Paradijskorrels

Paradijskorrels – Aframomum Melegueta

Paradijskorrels waren vroeger in Afrika en Europa een gewaardeerde specerij in de keuken. Nu worden ze vrijwel alleen nog gebruikt in de landen van herkomst  ( Ghana, Liberia, Nigeria en Kameroen) en (in mindere mate, meestal in kruidenmengsels) ook nog wel in Marokko en Tunesië.

Er is niet echt makkelijk aan te komen in Europa.

De smaak van paradijskorrels is heet, pittig en aromatisch, waardoor ze geschikt zijn voor elk gerecht waarin u normaal gesproken zwarte peper zou gebruiken.
Als u de hele zaadjes kunt krijgen in een Indische of Afrikaanse winkel, kunt u ze zelf in een pepermolen fijn malen.

In West-Afrika worden de zaden ingenomen voor diverse kwalen, waaronder menstruatiepijn en overvloedige melkproductie bij zogende vrouwen.
De wortel van de boom wordt gekookt en gebruikt om onvruchtbaarheid te verhelpen.
Het bekendste gebruik van de zaden is als afrodisiacum, maar daar heb ik geen ervaringen mee.

Verwarm een oven op 200 graden.
Leg het vlees in plakken in een ovenschaal.
Bestrooi het met de gemalen paradijskorrels.
Meng de ricotta met mosterd, kruidnagels en slagroom.
Bedek het vlees met dit mengsel.

Zet het 10 minuten (of tot het vlees gaar is) in de oven.
Laat het vervolgens onder de gril goudbruin worden.

Serveer het direct uit de oven.